Fytotherapie of kruidengeneeskunde
Het gebruik van planten of delen van planten om ziekten te verzorgen of te genezen noemt men fytotherapie of kruidengeneeskunde. De planten die gebruikt worden in de fytotherapie worden officieel fytotherapeutica of phytomedicine genoemd.
De Europese definitie voor fytotherapeutica die werd ontwikkeld door ESCOP, de European Scientific Cooperative on Phytotherapy. ESCOP is de Europese koepelorganisatie van nationale verenigingen voor fytotherapie, welke in 1989, mede naar aanleiding van een initiatief van de NVF, werd opgericht.
De ESCOP-definitie voor fytotherapeutica (of ‘phytomedicines’, zoals ze door ESCOP worden genoemd), luidt als volgt:
Fytotherapeutica zijn geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat.
Addendum:
- De ESCOP-definitie is in overeenstemming met de principes die zijn neergelegd in de Glossary voor “Quality of Herbal Remedies” in “The rules governing medicinal products in the European Community, Volume III, Guidelines on the Quality, safety and efficacy of medicinal products for human use”, ISBN 92-825-9619.
- Bij plantenmaterialen zijn inbegrepen sappen, gomsoorten, vette oliën, vluchtige oliën en enige andere stof van deze aard.
- Chemisch gedefinieerde, geïsoleerde bestanddelen worden niet beschouwd als fytotherapeutica.
- Fytotherapeutica kunnen hulpstoffen bevatten als toevoeging aan de actieve bestanddelen.
- Geneesmiddelen kunnen plantenmaterialen en/of bereidingen van geneeskrachtige planten bevatten, gecombineerd met chemisch gedefinieerde stoffen, maar deze worden door ESCOP (en de NVF) niet beschouwd als fytotherapeutica.